Thistle Walter Leslie
Persoonlijk
Geboortedatum
leeftijd einde school
Burgerlijke staat
Andere bijzonderheden
Baan
Beroep soldaat
Beroep vader
Beroep moeder
Hobbies, sporten, interesses
lezen, films, zwemmen, schaatsen
beschrijving uiterlijk soldaat
Met een lengte van 1.82 meter en een gewicht van 71 kg heeft hij een normaal postuur.
Rang
bijzondere prestaties in het leger
Datum in dienst
Militaire opleidingen
Inschepingseenheid
reis naar Europa / datum
Travel to Europe / explanation
Registratienummer
Sterfdatum
Tijdelijke begraafplaats
Begraafplaats
Grafaanduiding (plot, rij, nummer)
Vermoedelijke plaats van overlijden
Leeftijd
bezittingen bij overlijden
reden van overlijden
Afbeeldingen
Levensverhaal
Aanvullende gegevens
Walter Leslie Thistle 24 november 1923 – 4 november 1944
Walter Leslie Thistle wordt op 24 november 1923 tijdens een familiebezoek aan Boston, de Verenigde staten geboren. Hij is het zesde kind van vader Clement en moeder Mary Thistle. De familie is op dat moment in het district Newfoundland woonachtig. Walter heeft dan vier oudere zussen en één oudere broer. Op één jarige leeftijd verhuist het gezin Thistle naar het district Ontario en vestigt zich aan de 13, Bellefair Avenue in de stad Toronto. Vader is van beroep hoofdinspecteur en zijn moeder is huisvrouw. Het gezin bereidt zich naar twaalf kinderen uit. Walter heeft zes zussen (Isabelle, Bessie, Mary, Dorthy, Beatrice en Barbara) en vijf broers (David, Clement, Harry, Richard en Robert)
Walter gaat vanaf zijn zesde levensjaar naar de Danforth Technical School gevestigd aan de Greenwood Avenue in Toronto. Dit is voor haar tijd een moderne school. Het pand is in 1923 gebouwd en beschikte over een schietbaan en een schuilkelder. Tijdens de oorlogsjaren dienen verscheidene secties van het schoolgebouw als trainingscentrum voor het Combined Operations Headquarter van het leger. Hij verlaat Danforth Technical School op vijftienjarige leeftijd. Walter is een jongen met een rustig karakter. In zijn vrije tijd leest hij geschiedenis of detective boeken, bezoekt regelmatig de bioscoop en zwemt of schaatst. Hij beoefent niet actief sport zoals honkbal of ijshockey. Daarnaast heeft hij voor kortere of langere tijd een aantal bijbaantjes. Zo bedient hij een flessenvulmachine in een cosmeticafabriek, is hij werkzaam in een klokkenfabriek en een snoepjesfabriek. Nadat Walter zijn school heeft verlaten, werkt hij als klerk bij een ijzerwaren groothandel met de naam White & Co aan de, 10 Alcorn Avenue in Toronto. Walter’s oudere broer David, dient als infanterist bij het Royal Regiment of Canada. In augustus 1942 wordt het gezin Thistle opgeschrikt door het nieuws dat zijn oudere broer David tijdens de mislukte landingsoperatie bij de Franse havenstad Dieppe gewond is geraakt en een oog heeft verloren. Met zijn eenheid landt hij in de buurt van het dorpje Puys en komt met 273 soldaten van zijn regiment in Duits krijgsgevangenschap terecht.
Op 19 jarige leeftijd meldt Walter zich op 19 februari 1943 aan voor militaire dienst. Met een lengte van 1.82 meter en een gewicht van 71 kg heeft hij een normaal postuur. Hij scoort zeer goed op de intelligentietest. Hij vertelt dat hij zich graag voor het luchtlandingsbataljon wil aanmelden. Volgens de selectieofficier ontbreekt het Walter aan de strijdlust en hardheid van een parachutist. Daartegenover staat dat hij geen angst kent, intelligent is en een mentale houding bezit die hem wel geschikt voor een parachutisteneenheid maakt. Walter wordt voorlopig bij de infanterie ingedeeld. Op 21 maart 1943 vertrekt hij naar No. 20 Canadian Army (Basic) Training Centre in Brantford, Ontario en op 14 april 1943 vervolgt hij zijn opleiding bij het A10 Canadian Infantry Training Centre met de naam Camp Borden. Walter laat het idee om zich bij de parachutisten aan te sluiten, varen. Tijdens de trainingsperiode blijkt dat hij niet uitmunt als geweerschutter. Hij wordt onderdeel van een mortiereenheid welke een 3-inch mortier bedient. Op 25 juni 1943 is zijn opleiding in Canada afgerond. Walter wordt op 1 juli 1943 bij het Lincoln & Welland Regiment ingedeeld. Ook zijn jonger broer Clement (18) heeft zich ondertussen voor militaire dienst aangemeld en dient bij de 48th Highlanders. Op zaterdag 17 juli 1943 vertrekt Walter vanuit de Canadese havenstad Halifax met het tot troepentransportschip omgebouwde Franse passagiersschip “SS Pasteur” naar Engeland. De oversteek verloopt vlotjes en rustig. Op 22 juli stapt hij in the Clyde in de buurt van het Schotse Glasgow aan wal. Twee treinen staan gereed om de 825 manschappen van het Lincoln & Welland regiment naar Hampshire in het zuiden van Engeland te transporteren waar zij op 23 juli in de namiddag arriveren.
Walter wordt ingekwartierd in een van meubels ontdaan kaal huis. Na enkele weken gewenning aan de Engelse cultuur en leefomstandigheden, breekt een lange periode van trainingsexercities aan. In augustus 1943 maakt het regiment regelmatig lange dagmarsen over de smalle wegen van het graafschap. Op 19 augustus komt het Lincoln & Welland Regiment onder bevel van de 4de Canadese pantserdivisie als onderdeel van de 10de infanteriebrigade. Dit is goed nieuws voor de manschappen omdat de vrees bestond dat het regiment zal worden opgesplitst ter aanvulling van andere infanteriebrigades. Het onderdeel uitmaken van een pantserdivisie vraagt om een andere organisatiestructuur. Zo moeten er naast vier infanteriecompagnieën, onder andere een genie-peloton, anti-tankpeloton, mortierpeloton en radiocommunicatiepeloton worden geformeerd. Met het oog op deze transformatie en Walter’s interesse in elektriciteit volgt hij een opleiding tot radio-operator bij het Canadian Signal Corps. Dit trainingsprogramma neemt enkele weken in beslag. Daarna keert hij terug naar Thetford “South Wood Camp” in het westen van Engeland bij Norfolk waar het Lincoln & Welland Regiment is gestationeerd. De omstandigheden in het legerkamp zijn bijzonder onaangenaam. De legerplaats bestaat uit vochtige en koude barakken. De manschappen hebben het onder elkaar gezellig. In een brief aan zijn moeder vraagt Walter om de tekst van het lied “Waltzing Matilda”. Zijn jongere broertje Richard kent de tekst en stuurt de regels per brief naar zijn broer. In de daaropvolgende maanden volgen een serie grootschalige exercities om de eenheid klaar voor de invasie van Europa te stomen. In november 1943 verplaatst het Lincoln & Welland Regiment zich naar Crowborough in Sussex ten zuiden van Londen. Het verblijf aldaar en de voorbereidende oefeningen zijn de opmaat naar D-Day.
Na 6 juni 1944 is Walter en zijn regiment in afwachting van hun overtocht naar Normandië. Zij volgen vol spanning de ontwikkelingen op het slagveld aan de overzijde van het Kanaal. Op 19 juli 1944 wordt het Lincoln & Welland ingescheept en vaart op 22 juli uit. Walter blijft in Engeland achter. Over hoe hij zich voelt wanneer hij achterblijft, is niets bekend. Hij wordt bij de vervangerspoule van het regiment ondergebracht. Walter vertrekt uiteindelijk naar het Europese vasteland op 1 oktober 1944 en komt in de Belgische havenplaats Oostende aan en vertrekt naar Gent als onderdeel van de versterking van de 10de infanteriebrigade. Hij staat nog steeds te boek als vervanger. Eind oktober wordt Walter met het Lincoln & Welland herenigd. De eenheid is in zware gevechten met de Duitsers verwikkeld rondom Bergen op Zoom. Hij wordt als truckchauffeur aan de D-compagnie toegewezen. In de eerste dagen van november schuift de frontlijn langzaam in noordelijke richting naar het dorp Steenbergen op. 4 november 1944 is een ogenschijnlijk rustige dag waarbij het lijkt of gevechten bij Steenbergen ten einde zijn gekomen. Voor Walter Thistle wordt het een fatale dag. Iets ten zuidwesten van de Molenweg sneuvelt hij op 21 jarige leeftijd. Hij is het enige dodelijke slachtoffer op deze dag binnen het Lincoln & Welland Regiment.
Walter Leslie Thistle wordt in November op de tijdelijke begraafplaats van Bergen op Zoom begraven. Hij ligt nu op het Canadese ereveld locatie 8. A. 8. In april 2018 bezoekt zijn jongere broer Richard voor het eerst het graf van Walter in Bergen op Zoom. Richard vertelt: “Ik was nog maar een jongetje van 13 toen Walter in het leger dienst nam en naar Europa vertrok. We hebben hem nooit meer teruggezien. Mijn brief met de tekst van het lied “Waltzing Matilda” is de laatste en enige keer dat ik nog met hem contact heb gehad. Vaak dacht ik hoe mooi het zou om zijn graf te bezoeken. Toen de kans zich voordeed, wilde ik deze droom verwezenlijken. Ik ben naar zijn graf gekomen om hem te herdenken.”